Typering bedrijfsfysiotherapeutisch handelen

Hier wordt toegelicht wat kenmerkend is voor de context waarin de bedrijfsfysiotherapeut werkzaam is. Fysieke problemen zijn een belangrijke oorzaak voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Steeds meer organisaties zijn zich bewust van het belang van de fysieke aspecten van arbeid. Daardoor groeit de aandacht voor de relatie tussen (fysieke) belasting van het werk en de (fysieke) belastbaarheid van de werknemers. De mens met zijn krachten en beperkingen is maatgevend. Of zoals Da Vinci in zijn studie naar de human proportions het formuleerde: “Man is the measure of all things.”

De bedrijfsfysiotherapeut zet zijn specialistische kennis in om een gezonde werkomgeving te creëren en het ziekteverzuim te verminderen in een bedrijf of instelling of binnen een branche. De bedrijfsfysiotherapeut is daarbij gefocust op preventie van aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat. Hij doet dit door de organisatie van de werkzaamheden en de omstandigheden waaronder de werkzaamheden plaatsvinden te beoordelen en werkfuncties en werkplekken te analyseren. Zijn advies leidt tot een optimalisering van het werkproces, een aanpassing van de inrichting en een structurele verbetering van de werkomgeving.

Bij bestaande gezondheidsproblemen van medewerkers begeleidt de bedrijfsfysiotherapeut in afstemming met werkgever en medewerker zowel de organisatie als het individu bij verbeteringen, herstel en reïntegratie.

Hij geeft indien nodig strategisch advies over de fysieke belasting in de breedte van de organisatie.

Een bedrijfsfysiotherapeut is dus geen behandelaar in de curatieve zin, maar een coach, begeleider en een adviseur.

Werkveld van de bedrijfsfysiotherapeut

Bedrijfsfysiotherapeuten zijn werkzaam binnen een bedrijf of in een instelling, of ze worden ingehuurd door bedrijven of instellingen. Bedrijfsfysiotherapeuten werken in diverse contexten, zoals ziekenhuizen, fabrieken, verpleeghuizen, onderwijsinstellingen, thuiszorg, bouw, administratieve afdelingen, midden- en klein-bedrijf, transport en het industriële domein.

Aangezien gezondheidsproblemen op de werkplek vaak door een interactie van factoren worden bepaald, is het noodzakelijk om de oplossingen ook op verschillende terreinen te zoeken. Bedrijfsfysiotherapeuten werken daarom samen met andere deskundigen op het gebied van arbeidsomstandigheden in een multidisciplinair verband.

Deskundigen waarmee het meest intensief wordt samengewerkt zijn: bedrijfsartsen, personeels- en

organisatiemedewerkers, arbeidsfysiotherapeuten, (P&O-)arbeidsorganisatiekundigen, arbeidsdeskundigen, arbeidshygiënisten, ergocoaches, arbeids- en organisatiepsychologen, bedrijfsmaatschappelijk werkers, veiligheidskundigen, preventiemedewerkers en ergonomen.

De bedrijfsfysiotherapeut werkt samen met werkgevers en werknemers, indien gewenst ook met

arbodeskundigen, brancheverenigingen en verzekeraars. De multidisciplinaire samenwerking vraagt om afstemming tussen de verschillende hulpverleners. De bedrijfsfysiotherapeut kent de Meerwaarde van de verschillende hulpverleners in de totale keten.

De bedrijfsfysiotherapeut evalueert zijn beroepsmatig handelen. Bij de evaluatie betrekt hij de medewerker, werkgever en andere betrokkenen. Om optimaal te blijven functioneren zal de bedrijfsfysiotherapeut zijn competenties voortdurend blijven ontwikkelen.

Bedrijfsfysiotherapie en arbeidsfysiotherapie in de arbeidsgezondheidszorg

Voor de benadering van arbeidsrelevante hulpvragen bestaan er binnen de fysiotherapie twee disciplines: de bedrijfsfysiotherapie en de arbeidsfysiotherapie. Beide zijn relatief jonge beroepen. Er is een zekere mate van overlap, maar ook is er verschil tussen de twee disciplines.

Arbeidsfysiotherapie

Het veld waarin de arbeidsfysiotherapeut zich beweegt, is het grensgebied tussen eerstelijnszorg en arbozorg. Enerzijds behandelt de arbeidsfysiotherapeut werknemers met arbeidsrelevante klachten in de eigen praktijk, daarnaast begeeft de arbeidsfysiotherapeut zich in bedrijven. Werknemers kunnen worden verwezen door huisartsen en medisch specialisten, maar dit gebeurt nog maar sporadisch, omdat deze groepen het fenomeen arbeidsfysiotherapie nog niet goed kennen. Ook vindt verwijzing plaats door bedrijfsartsen of P&O’ers in bedrijven. De behandeling zoals die bij verwijzing en bij DTF wordt geleverd, wordt (deels) vergoed door de zorgverzekeraar al dan niet (deels) via de aanvullende verzekering.
De rol van de arbeidsfysiotherapeut is meer gericht op herstelmogelijkheden van de patiënt. Binnen de behandeling van patiënten met arbeidsrelevante problematiek richt de arbeidsfysiotherapie zich op individuele, arbeidsgeoriënteerde oefening en training. Secundaire preventie en eventueel primaire preventie rekent de arbeidsfysiotherapeut ook tot zijn mogelijkheden.

Bij werknemers die nog niet zijn uitgevallen maar die wel klachten hebben, wordt door gerichte interventie uitval voorkomen.

Van een arbeidsfysiotherapeut mag verwacht worden dat hij de volgende competenties bezit:

• arbeidsrelevantie bij gezondheidsproblematiek herkennen en naar aanleiding hiervan een plan van aanpak opstellen

• primaire en secundaire preventie en activiteiten ten behoeve van individuele cliënten

• arbeidsgerelateerde individuele fysiotherapeutische begeleiding en training

• advisering aan individuele cliënten, anders dan in het kader van de wet BIG

• coördinatie van activiteiten betreffende de individuele cliënten

Bedrijfsfysiotherapie

De opdrachtgever van de bedrijfsfysiotherapeut is de werkgever. De invalshoek van de Bedrijfsfysiotherapeut is primair de werkplek en de organisatie. De rol van de bedrijfsfysiotherapeut is gelegen in het beïnvloeden van de regelmogelijkheden binnen het gehele spectrum van primaire preventie tot aan reïntegratie.

De verschillen in de beroepsuitoefening van de bedrijfsfysiotherapeut en de arbeidsfysiotherapeut uiten zich ook in het verschil in context waarin zij werkzaam zijn. De context wordt bepaald door de plaats van uitoefening van het beroep, de bekostiging, de relatie tot opdrachtgever en medewerker, de specifieke doelgroep, het dienstverband en de marktpositie (Kuiper en Elenbaas, 2003). De bedrijfsfysiotherapeut zal indien dat nodig is de arbeidsfysiotherapeut inschakelen bij de behandeling van een medewerker.

Samengevat uit zich het verschil tussen de bedrijfsfysiotherapeut en de arbeidsfysiotherapeut in de gerichtheid van het handelen. De arbeidsfysiotherapeut beperkt zich tot de zorg voor de patiënt met arbeidsrelevante problematiek. De bedrijfsfysiotherapeut heeft als primaire insteek het niveau van de werkplek of organisatie.

 Daarnaast heeft de bedrijfsfysiotherapeut aanvullende competenties, zoals innoveren van het beroep en de eigen organisatie waar hij voor werkt. De bedrijfsfysiotherapeut kan de arbeidsfysiotherapeut inschakelen om een deel van het proces voor zijn rekening te nemen.

Doelgroepen van de bedrijfsfysiotherapeut
Voor de bedrijfsfysiotherapeut is het van belang de bedreigingen voor de gezonde werknemer te herkennen, op te sporen en te analyseren in de verschillende werkkringen waarin zijn advies wordt gevraagd.

Belasting tijdens het werk

Gezondheidsklachten, ziekten en aandoeningen ontstaan ook door lichamelijke en mentale belasting tijdens het werk. Het is lastig om in individuele gevallen een oorzakelijk verband aan te tonen met de arbeidsrisico’s, maar bij navraag onder de werknemers worden psychische klachten in 29 procent van de gevallen met werk in verband gebracht. Bij lichamelijke klachten aan rug, nek, armen en handen is dat voor ruim één derde het geval.

Gehoorproblemen en klachten aan benen en voeten worden in ruim 20 procent van de gevallen aan het werk geweten.

Werkdruk en werkstress

In de Arbobalans 2007/2008 wordt gesteld dat de gezondheid van de Nederlandse beroepsbevolking de

afgelopen decennia is verbeterd, mede doordat veel risicovol werk is verdwenen. Toch is het percentage van werkgerelateerde klachten hoog en is vooral langerdurend verzuim vaak werkgerelateerd. De psychische risico’s springen er dan uit. Onder de psychische risico’s vallen werkdruk, gebrek aan autonomie, cognitieve belasting en verstoring van de balans tussen werk en privé. Tot sociale risico’s worden gerekend: emotionele belasting, ongewenst gedrag op de werkvloer en conflicten op het werk. 36 procent van de werknemers geeft aan dat werkdruk en werkstress redenen waren voor verzuim. Vooral als de eigen regelmogelijkheden daarbij gering zijn, nemen de klachten toe. Horeca, zorg en onderwijs zijn sectoren die hier hoog scoren. In 10 procent van de gevallen ontstaat arbeidsverzuim door problemen met de leidinggevende of collega’s.
Overwerk en telewerken stijgen gestaag. Naarmate er meer overuren worden gemaakt, wordt de werkdruk als hoger ervaren en zijn er meer problemen met de balans tussen werk en privé.

Lichamelijke belasting en omgevingsrisico’s

Daarnaast zijn lichamelijke belasting en omgevingsrisico’s relevant. Met omgevingsrisico’s wordt bedoeld

gevaarlijk werk, lawaai, gevaarlijke stoffen en niet-ioniserende straling. In 20 procent van de verzuimgevallen wordt als oorzaak aangegeven zwaar lichamelijk werk zoals tillen, duwen, trekken en sjouwen of het gebruik van apparatuur waarbij veel kracht nodig is. Bovendien werkt één op de tien werknemers regelmatig in een ongemakkelijke werkhouding.

In 12 procent van de gevallen bij arbeidsverzuim verricht diegene langdurig dezelfde handelingen of werkt lang achter de computer. In 2007 werkte de gemiddelde Nederlander 3,7 uur per dag achter het beeldscherm, met aan de top ICT’ers met zeven uur per dag. Uit onderzoek blijkt dat vier uur beeldschermwerk geldt als kritische grens voor verhoogd risico op klachten aan de arm, nek en/of schouder (KANS).

Contexten en producten van de bedrijfsfysiotherapeut

In het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden van de bedrijfsfysiotherapeut ten behoeve van bedrijven en instellingen, brancheorganisaties, reïntegratiebedrijven en verzekerings- bedrijven. Onderstaand zijn de producten en diensten beschreven die de bedrijfs- fysiotherapeut binnen de diverse contexten kan leveren.

Bedrijven en instellingen:

•  advies op het gebied van fysieke belasting en belastbaarheid, ergonomie, arbotechnische en organisatorische aspecten

•  voorlichting, gericht op het bevorderen van bewustzijn met betrekking tot de risico’s van de fysieke aspecten van arbeid, het lichamelijk functioneren en het verantwoord gebruik van het lichaam

•  werk-, til- en houdingsadvies op de werkplek

•  structureel preventieadvies, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsfysiotherapeutisch spreekuur

• individuele begeleiding van werknemers bij verminderde inzetbaarheid en bij reïntegratie

Brancheorganisaties:

• input voor de ontwikkeling van arbocatalogi en advies bij de implementatie binnen de branche

• vertaling van afspraken tussen werkgever en werknemers naar gerichte oplossingen voor aangesloten

bedrijven

Reïntegratiebedrijven:

• bijdrage in de ketenzorg binnen de arbeidsgezondheidszorg

• analyse van alle aspecten van arbeid, werkplek en werknemer

• advies met betrekking tot fysieke belasting/belastbaarheid en de juiste werkwijze

• begeleiding bij herstel van fysieke klachten en bevordering van reïntegratie

Verzekeraars:

• advies om te komen tot schadelastbeheersing door preventie van arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim ten gevolge van fysieke belasting in het werkproces.

De bedrijfsfysiotherapeut levert binnen deze contexten producten die zijn gebonden aan werkprocessen, thema’s en kennis. Voorbeelden van producten, afgestemd op de werkprocessen zijn voorlichtingsmodules of folders.

Themagebonden producten zijn informatie op het gebied van onder andere rug-, nek- en schouderklachten.

Voorbeelden van kennisgebonden producten zijn richtlijnen, studiedagen en onderzoeksprojecten.

De producten die de bedrijfsfysiotherapeuten leveren, spitsen zich toe op de risico’s van lichamelijke arbeid op organisatieniveau en op de effecten daarvan op de gezondheid van het individu. Voorbeelden daarvan zijn:

Organisatorisch:

• onderzoek ten behoeve van risico-inschatting (organisatorisch, technisch of individueel)

• advies voor inrichting van arbobeleid, i.c. beleid fysieke belasting

• ondersteuning bij uitvoering en borging van beleid fysieke belasting

• preventief advies voor inrichting werkplek en/of werkproces

• advies voor (her)ontwerp en inrichting van werkplekken bij verbouw en nieuwbouw

• werkplekbezoek ter voorbereiding op voorlichting, gerichte instructie of werktechniektraining voor groepen

Individueel:

• beoordelen fysieke belasting en belastbaarheid voor functie en taken

• werkplekonderzoek ter voorbereiding op training, advies of coaching

• ergonomische aanpassingen ter voorbereiding op werkhervatting

• advies inzake hulpmiddelen en meubilair om klachten te voorkomen of te verminderen

• korte functionele training op de werkplek

• opzetten en begeleiden reïntegratietrajecten

• inzicht geven in herstelbevorderende maatregelen

Naast de zorg- en dienstverlening die de bedrijfsfysiotherapeut levert aan de organisatie of aan medewerker is hij als master breder werkzaam in en vanuit zijn eigen organisatie en in zijn beroepsgroep. Binnen de eigen organisatie waar de bedrijfsfysiotherapeut deel van uitmaakt, is hij mede verantwoordelijk voor innovaties gericht op de kwaliteit van de dienstverlening. Om de kwaliteit van de begeleiding van cliënten voortdurend te verbeteren werkt hij op diverse manieren samen met directe collega’s en diverse disciplines.

Op macroniveau is een bedrijfsfysiotherapeut binnen zijn beroep betrokken bij beroepsinnovatie en

kennismanagement. Hij levert dan bijvoorbeeld een bijdrage aan congressen, workshops en intercollegiaal

overleg. Dit alles met als doel om de kennis te vermeerderen op het gebied van fysieke belasting in relatie tot de arbeid.

Tot slot houdt de bedrijfsfysiotherapeut zich als adviseur onder andere bezig met het coachen van beroepsgenoten en directe collega’s binnen de eigen organisatie.

Methodiek van de bedrijfsfysiotherapeut

De bedrijfsfysiotherapeut werkt volgens een eigen methodiek. Binnen de methodiek van het

bedrijfsfysiotherapeutisch handelen worden zes fasen onderscheiden.

De bedrijfsfysiotherapeut:

1 formuleert een voorlopige omschrijving van het (potentiële) gezondheidsprobleem op basis van de verkregen informatie (kennismakingsfase);

2 scherpt de definitie aan en doet een voorstel voor een plan van aanpak voor het vervolgonderzoek

(oriëntatiefase);

3 analyseert de arbeidssituatie (algemene onderzoeksfase);

4  bepaalt de fysieke belasting door het werk en schat de fysieke belastbaarheid in van de werknemer(s)

(specifi eke onderzoeksfase);

5  formuleert op basis van de onderzoeksresultaten een interventieplan (bestaande uit interventiedoelen,

interventievormen en een inschatting van frequentie, duur en kosten) en voert dit plan uit (interventiefase);

6  evalueert de interventie (evaluatiefase).

Na de kennismakings- en oriëntatiefase (ofwel de screening) geeft de opdrachtgever op basis van het plan van aanpak toestemming voor het vervolgonderzoek. Dit leidt tot een interventievoorstel.

Daarbij borgt de bedrijfsfysiotherapeut de uitkomsten in de organisatie, zodat terugval wordt voorkomen. De bedrijfsfysiotherapeut rapporteert de gegevens uit de evaluatiefase aan de opdrachtgever. In veel gevallen is het echter van belang dat de bedrijfsfysiotherapeut een hernieuwd onderzoek uitvoert. Een

reden hiervoor is dat bepaalde effecten van een interventie pas op langere termijn zichtbaar zijn. Een tweede reden kan zijn om na te gaan of een bereikt effect na een bepaalde tijd nog aanwezig is.

Complexiteit

In de vorige paragrafen zijn de indicatiegebieden en producten geschetst voor de bedrijfsfysiotherapie. Daarmee is een beeld ontstaan van de complexiteit van het beroep. Naast de specificiteit van de werkplek wordt de complexiteit grotendeels bepaald door verschillende factoren die, al of niet gecombineerd, voorkomen: werkdruk, belastbaarheid en omgevingsfactoren die van invloed zijn op de medewerker. Op basis van de onderlinge samenhang van deze factoren stelt hij de juiste prioriteiten in de interventies. De bedrijfsfysiotherapeut ziet een breed scala aan arbeidssituaties. Daarbij schakelt hij voortdurend tussen de belangen van de organisatie en de medewerkers.

De bedrijfsfysiotherapeut kan in dat proces de eerstaangesprokene zijn, maar het kan ook zijn dat de

bedrijfsfysiotherapeut pas veel later wordt ingeschakeld. Binnen de organisatie heeft een medewerker

dan soms al een klachtenbeeld ontwikkeld en heeft hierbij een andere beleving dan wanneer de zorg

gericht is op preventie. De bedrijfsfysiotherapeut werkt zowel bij de interventies als in de analyse van de

problematiek regelmatig samen met andere professionals. Binnen de multidisciplinaire samenwerking neemt de bedrijfsfysiotherapeut een belangrijke plek in door zijn inzicht in het bewegend functioneren in relatie tot arbeidsrelevante problematiek.

De bedrijfsfysiotherapeut baseert zijn handelen op wetenschappelijke inzichten en op basis van ervaringskennis.
Hij maakt daarbij gebruik van in de fysiotherapie ontwikkelde richtlijnen en de multiprofessionele richtlijnen die zijn ontwikkeld door het CBO.

De bedrijfsfysiotherapeut is in staat de onderzoeksresultaten te vertalen naar de situatie en de specifi eke

wensen en behoeften van het bedrijf of instelling, of van de medewerker. Op basis daarvan verantwoordt hij zijn handelen. Hij houdt de ontwikkelingen in zijn vak(gebied) bij en past nieuwe kennis en inzichten toe in zijn werk. Voor situaties waar geen bewijskracht voor bestaat, zet hij zijn expertise en creativiteit in om op zoek te gaan naar een passende oplossing voor het bedrijf of instelling, of voor de medewerker.